GOALIE COLLEGE NUTH

 

De jeugd begint tegenwoordig vroeg met hockey. Ze starten bij de benjamins (5 jaar) of F-jeugd (6/7 jaar) zonder keeper. Meestal begeleidt een gedreven vader/moeder -vaak zonder hockeyachtergrond- het team waarin zijn/haar kind zit. Voordat je het weet speelt het team zestalhockey (E-jeugd 8/9 jaar) met een keeper. Wat moet je dan met die goalie?

De E-jeugd vindt het keepen spannend. Per E-team willen meestal een tot twee kinderen heel graag keepen, een à twee absoluut niet en de rest vindt het leuk om het wel eens te doen. Ook komt het geregeld voor dat een kind aangeeft alleen maar te willen keepen. Bij HCN kan dat, mits de vaste goalie minimaal één keer per week meetraint met zijn team . Dit is niet alleen voor het sociale aspect van belang, maar ook voor de motorische en conditionele ontwikkeling. Verder blijkt dat een keeper die een opleiding volgt, een zeer positieve invloed heeft op de totale teamprestatie. Zo’n keeper maakt vaak het verschil. 

GCN constateert dat veel clubs in Limburg nauwelijks tot geen aandacht besteden aan hun keepers. Dit blijkt uit het feit dat de keeper:

• vlakbij of op de doellijn blijft staan;
• de borstprotector over de bovenkleding draagt;
• geregeld de legguards verkeerd aanheeft;
• de stick met twee handen vasthoudt;
• de bal steeds met de stick wegspeelt;
• niet op de tegenstander afgaat;
• passief blijft als bal tegen de klompen komt;
• niet met de bal meebeweegt;
• de bal recht door het midden terugspeelt.

Dit alles voorkomt GCN, door de ‘nultraining’ voor E-goalies.

Na de wedstrijd geeft de coach de keeperstas aan de goalie voor de volgende wedstrijd. De coach vertelt aan die speler, dat hij op de donderdag voorafgaand aan de wedstrijd de ‘nultraining’ moet volgen op het E-veld om 18.15 uur. Vóór de ‘nultraining’ kan de speler, die stoere keeperspullen thuis al eens aantrekken en ermee oefenen . Hierdoor en door de ‘nultraining’ staat er ’s zaterdags een goed voorbereide keeper op het veld. 

De volgende leerdoelen komen aan bod:

• het aantrekken van de uitrusting;
• de basishouding;
• de opstelling in en bij het doel;
• het wegwerken van ballen;
• het aanpakken van een doorgebroken tegenstander,
• het inpakken van de tas.

De HCN-goalies zijn verdeeld in drie groepen:

• Mini Goalies:  alle 6- en 8-talkeepers;
• Teen Goalies:  D- & C-keepers;
• Super Goalies: B- en seniorenkeepers.

Alle goalies trainen op donderdag. Van 18.15u tot 19.00u de Mini-Goalies, van 19.00u tot 20.00u trainen de Teen Goalies en de Super Goalies trainen van 20.00u tot 21.00u.  

GCN raadt het wisselen van de goalie tijdens de rust af. Tegenstanders doen dit vaak wel. De coach is dan drukdoende de eerste keeper uit te kleden en de tweede aan te kleden. Dat gaat vaak moeizaam omdat de uitrusting van slechte kwaliteit is en men niet goed weet hoe deze gebruikt moet worden. En dat alles moet volgens het spelreglement in vijf minuten gebeuren! Veel erger is dat de veldspelers intussen nauwelijks aandacht krijgen. Dus wissel de keeper niet, maar coach je team!

Neem na de wedstrijd het team apart en laat de spelers strafballen nemen (op 6,4m van de doellijn), een-tegen-een spelen onder tijdsdruk ('shoot-outs') of vanaf de 10m-lijn slaan. De goalie verlaat daarna het veld met een fijn gevoel.

Een vaste Mini Goalie  leert bij GCN op 9m van de doellijn te gaan staan, als de bal over de middellijn is. Ook weet hij dan dat hij op de scoringslijn moet blijven. Dat is de denkbeeldige lijn tussen de bal en het doel. Hierdoor beweegt de keeper voortdurend mee met de bal en zal hij beter warm blijven. 

• Als de goalie een ‘head first’ maakt, raakt de borstprotector beschadigd.
• Onder de kleding zit de borstprotector beter en het is veiliger.
• Het ziet beter uit. Uitstraling is belangrijk.

Ga af op wat de HCN Mini Goalie zelf aangeeft, mits hij de ‘nultraining’ heeft gevolgd. Zelf kun je het ook controleren. De voorkant tot boven de knie en de binnenkant van de benen moeten zeker bedekt zijn. De legguards moeten om de klompen heen vallen en met de onderkant bijna de grond raken. 

Laat hem de stick alleen met de linkerhand vasthouden. De goalie moet een stick hebben, anders mag hij niet deelnemen aan het spel.

Houd het eenvoudig! 

1. Eis dat hij/zij de bal wegschopt. 
2. Maar niet naar een tegenstander. 
3. Eis dat hij/zij tussen de bal en het doel blijft.

De goalie vervolgt zijn opleiding bij GCN.